'Persoonlijk aanwezig zijn is echt van meerwaarde'

Afgelopen februari brachten Elsa Postma en Martin van Reeuwijk van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) een werkbezoek van ruim twee weken aan het Caribisch gebied. De eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn ‘bijzondere gemeenten van Nederland’. Op Sint Eustatius en Saba is het onderwijs Engelstalig. Curaçao, Aruba en Sint Maarten (de CASt-eilanden) zijn zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Zij maken, net als Bonaire, (voor de meeste vakken) gebruik van de Nederlandse centrale examens, vooral vanwege de aansluiting op het vervolgonderwijs in Nederland. Dat betekent grotendeels hetzelfde curriculum en hetzelfde eindexamen.

Martin van Reeuwijk en Elsa Postma, clustermanagers examens Cariben

Jaarlijks is er een ‘vierlandenoverleg’ tussen Nederland en de CASt-eilanden over de examinering in het voortgezet onderwijs. Elsa: ‘We hebben het hele jaar door online contact en overleg, maar ook dit jaar bleek hoe waardevol het is in de praktijk te ervaren hoe het onderwijs en de voorbereiding op de centrale examens op de eilanden verloopt.’ Martin: ‘Dit jaar was het vierlandenoverleg op Sint Maarten. Met collega’s van de lokale examenbureaus, lokale bestuurders en twee collega’s van DUO bespraken we het afgelopen examenjaar en keken we naar de komende examens en andere toekomstige ontwikkelingen.’

Recht doen aan eigen achtergrond

‘De uitwisseling tussen de vier landen is heel effectief en bovendien goed voor de onderlinge contacten tussen de collega’s van de CASt-eilanden’, vervolgt Martin. ‘Zo vaak zien de collega’s op de eilanden elkaar niet.’ Een terugkerend gespreksonderwerp is hoe de centrale examens beter recht kunnen doen aan de (culturele) achtergrond van de leerlingen. Voor het vak aardrijkskunde bijvoorbeeld is het onderdeel over eigen leefomgeving vervangen door een onderdeel over de eigen eilanden. We bespraken hoe dit in de praktijk werkt en of iets vergelijkbaars voor het vak geschiedenis ontwikkeld zou kunnen worden. Ook als we in Nederland de centrale examens ontwikkelen, moeten betrokkenen zich er bewust van zijn dat niet alle informatie of begrippen bekend zijn voor de kandidaten uit het Caribisch gebied.’

Engelstalig onderwijs

‘We hebben een aantal eilanden bezocht. Eerst zouden we Saba en St. Eustatius aandoen,’ vertelt Elsa. ‘Helaas lukte een bezoek aan Saba niet, het weer was te slecht voor de overtocht van Sint Maarten naar Saba. Op beide eilanden wordt in het Engels lesgegeven en geëxamineerd volgens het Caribisch onderwijssysteem. Nederlands is wel een schoolvak. Onze rol op Saba en Sint Eustatius is vooral het monitoren van de Engelstalige examinering. Op Sint Eustatius bezochten we de Gwendoline van Puttenschool voor voortgezet onderwijs. Het enthousiaste welkom was hartverwarmend. Met docenten en leerlingen bespraken we allerlei actuele zaken. Ook overlegden we met de contactpersoon op Sint Eustatius van het Caribean Examination Counsel (CXC) over de komende examinering.’

Nederlands als vreemde taal

Martin: ‘Op Curaçao hadden we een overleg met het Expertisecentrum voor Toetsen & Examens (ETE), onder andere over digitalisering, het vak geschiedenis en praktijkexamens. Tijdens een werksessie met docenten Nederlands kwam het centrale examen Nederlands aan de orde. Voor veel leerlingen is Nederlands niet de moedertaal maar een vreemde taal, terwijl ze op school en tijdens het centrale examen wel moeten voldoen aan de Nederlandse eisen. Op meerdere niveaus wordt er al langer nagedacht en gesproken over hoe het onderwijs, toetsing en examinering van het vak Nederlands beter kan aansluiten op de situatie in de Cariben. Je wilt tenslotte alle leerlingen tot hun recht laten komen. Daarom is ervoor gekozen om Nederlands als vreemde taal te gaan onderwijzen en examineren. Dat vraagt heel wat in de uitvoering, hoe ga je dat vormgeven en wat zijn de consequenties? Ook op ministerieel niveau (wetgeving) en binnen de Taalunie wordt hier verder aan gewerkt.’ 

Grote scholengemeenschap

Elsa: ‘De laatste dagen waren we op Bonaire waar we de Scholengemeenschap Bonaire (SGB) bezochten. Dit is de enige school voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs op het eiland met zo’n 1.800 leerlingen. Ongeveer 30 procent van de leerlingen komt van het eiland zelf, de rest komt vooral uit landen uit de regio, maar ook uit Nederland. Het onderwijs en de examens zijn in het Nederlands. Met de docenten en schoolleiding hebben we overlegd over alle aspecten van examinering en uiteraard ook over de taalproblematiek.’

Brede uitwisseling

‘Voor mij was het mijn eerste bezoek aan de Cariben’, vervolgt Elsa. ‘Sinds begin 2023 ben ik werkzaam bij het CvTE. Bij het CvTE ben ik verder betrokken bij de beroepsgerichte examens vmbo. Vanaf najaar 2023 werk ik ook mee aan het overleg en de voorbereiding van de examens op de Cariben. Ik vond het mooi te ervaren dat iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft: leerlingen tot hun recht laten komen en voor hen de voorwaarden scheppen om een goede toekomst op te bouwen. De feedback die we kregen en de brede uitwisseling over praktische en meer inhoudelijke zaken rond examinering maakten me nog meer bewust van dat doel. Het gaat echt meer spreken als je daar zelf bent.’