'Wat en hoe we lezen is veranderd'

Het examen Nederlands vwo zag er in 2024 anders uit dan in voorgaande jaren. Na grondig testen en in overleg met docenten Nederlands is de opzet ervan veranderd. Jacqueline Evers is voorzitter van de vaststellingscommissie en kijkt met een goed gevoel terug op het examen van 2024: ‘De reacties uit het onderwijsveld waren overwegend positief en de nieuwe manier van bevragen wordt gewaardeerd’, aldus Jacqueline.

Waarom is het examen veranderd?

De redenen voor de vernieuwing vloeien voort uit het antwoord op een andere vraag: welke vraagtypen passen het best bij de leesdoelen die we belangrijk vinden? Deze vraag komt bij de ontwikkeling van de centrale examens Nederlands met enige regelmaat terug. In 2016 is hier een Rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over gevoerd. Hierop werd een project gestart. ‘Met de opkomst van digitale media is wat en hoe we lezen veranderd’, zegt Jacqueline. ‘We zoeken informatie op het internet, in bronnen van heel wisselende kwaliteit. Daardoor is het belangrijker geworden om de betrouwbaarheid van die bronnen te wegen en kritisch te bekijken hoe informatie geframed wordt. Bovendien bestaan veel teksten niet meer alleen uit woorden, maar zie je vaak combinaties met beeld. Denk hierbij aan cartoons of infographics. Het zwaartepunt bij lezen is verschoven en we vonden dat we ook bij de examens met de tijd mee moesten.’ 

Wat is er veranderd?

Leerlingen kunnen vanaf 2024 in de opgaven situatieschetsen tegenkomen. Ze krijgen dan bijvoorbeeld een setje bronnen aangereikt om zich zogenaamd voor te bereiden op een debat. De argumentatie in deze bronnen moeten ze vervolgens vanuit dit functionele perspectief analyseren. ‘Deze manier van vragen stellen doet een groter beroep op meervoudig tekstbegrip, waarbij leerlingen informatie uit verschillende bronnen moeten vergelijken’, aldus Jacqueline. ‘Daarbij is het ook belangrijk dat ze de betrouwbaarheid van bronnen wegen: kritisch kijken waar een bron is verschenen en kenmerken van de stijl noemen die iets prijsgeven over die betrouwbaarheid. ‘De nieuwe vragen passen binnen de huidige examenkaders’, vervolgt Jacqueline ‘en staan dus los van de vakvernieuwing die momenteel gaande is en die op termijn moet resulteren in een nieuw examenprogramma’.

Hoe zijn de reacties op de verandering?

‘We merken dat deze vragen door het veld worden gewaardeerd. Daarnaast hebben we veel complimenten gekregen over het feit dat de teksten over neerlandistische thema’s gingen. Via de klachtenlijn van het LAKS bleek helaas wel dat niet alle leerlingen even goed op de vraagvernieuwing waren voorbereid, ondanks dat er via Examenblad.nl oefensets beschikbaar zijn gesteld. We hopen uiteraard dat dit in 2025 anders is’, aldus Jacqueline. ‘We streven naar een evenwichtige set bronnen, die het overkoepelende thema van verschillende kanten belicht’, zegt Jacqueline. ‘Door de reacties op het vwo-examen zijn we er echter achter gekomen dat we ook meer moeten letten op evenwicht binnen de vragenset per tekst. Zo hebben we bij één fragment uit een oorspronkelijk langer artikel drie kritische vragen gesteld, waardoor je het idee kon krijgen dat de ideeën van de betreffende auteur negatief worden weggezet. Dat was zeker niet de bedoeling. Dit nemen we dus mee bij de ontwikkeling van nieuwe examens.’ 

Via een vragenlijst is ook aan docenten gevraagd wat ze van het centrale examen in 2024 vonden. Van de 372 invullers van een vragenlijst is 82% tevreden over de uitbreiding van vraagtypen in het algemeen en 85% over de nieuwe soorten teksten en bronnen. Wél zouden ze – zoals ook uit eerder onderzoek van CvTE bleek – graag minder werk willen hebben aan het nakijken van examens, en hadden docenten meer vragen over figuurlijk taalgebruik verwacht. 

Meer lezen over deze verandering? Bekijk het bericht over het project leesvaardigheid Nederlands havo en vwo.