Maatwerk en improvisatie in beroepsgericht vmbo
Normaal gesproken hebben Huub Huijs en zijn collega Gerard de Gier van het College voor Toetsen en Examens (CvTE), verantwoordelijk voor de beroepsgerichte vmbo-examens, hun handen vol aan het overleggen over, afstemmen met en informeren van de mensen in het veld over de juiste voorbereiding en uitvoering van de centraal schriftelijke praktijkexamens (cspe’s) van de profielvakken in het vmbo (BB en KB). De coronacrisis gooide echter roet in het eten.
Dit interview is op 15 maart 2021 ook gepubliceerd in ons jaarverslag 2020.
In maart 2020 besloot minister Slob dat alle centrale examens voor middelbare scholieren in 2020 niet doorgingen; dat gold ook voor de cspe’s. De diplomering van de leerlingen beroepsgericht vmbo gebeurde afgelopen schooljaar daarom op basis van de in leerjaar 3 en 4 afgenomen schoolexamens. Het schoolexamen moet conform het programma voor toetsing en afsluiting (PTA) worden afgemaakt. ‘Spijtig, maar onvermijdelijk’, vindt Huijs.
Huub Huijs loopt al heel wat jaren mee in de wereld van het beroepsgericht onderwijs en heeft een zwak voor de leerlingen op deze scholen. ‘Die uitgebreide centrale praktijkexamens zijn fantastisch’, vertelt hij enthousiast. ‘De praktijkopdrachten in deze examens halen het beste uit deze leerlingen. Door coronamaatregelen vielen echter veel praktijklessen uit. Die konden voor veel profielvakken ook niet ingehaald worden of thuis gemaakt worden.’ Daarom moest er een oplossing worden gevonden.
Vraagbaak voor opstellen PTA’s
Omdat het cspe wegviel, moesten scholen hun leerlingen diplomeren op basis van de schoolexamens. Ongeveer twintig scholen hebben het anders georganiseerd en nemen geen schoolexamens af voor de profielvakken. Zij hebben daarom geen PTA voor de profielvakken in het vmbo. Deze scholen moesten hier in overleg met de inspectie alsnog in voorzien. Op die manier kon er ook voor het profielvak een eindcijfer worden bepaald en kon het vak worden afgesloten. Scholen leggen de verplichte eindtermen en de daarbij horende weging voor het schoolexamen van het betreffende vak jaarlijks voor 1 oktober vast in een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA).
Huijs: ‘Scholen die geen schoolexamens afnemen en dus geen PTA’s hadden opgesteld, waren behoorlijk onthand, want welke informatie moesten ze dan precies aanleveren aan de inspectie? Vragen die daarbij aan de orde kwamen waren: welke eindtermen zijn wel behandeld en hebben we de resultaten vastgelegd? En: welke eindtermen zijn in het onderwijs nog niet behandeld en hoe examineren we die?’
‘Mijn collega Gerard en ik werden de vraagbaak voor de examensecretarissen van de betreffende scholen. In samenspraak met de scholen en de inspectie, DUO en het CvTE onderhielden we een ‘hotline’. We keken of er op deze scholen punten/resultaten waren verzameld of eindtermen in keuzevakken waren gedaan die ondergebracht konden worden in het PTA en of er op korte termijn nog een goede extra toets kon worden samengesteld.’
Maatwerk
‘Voor elke school was de opgave anders; we adviseerden de examensecretarissen op maat en de lijntjes waren kort. Scholen hebben veel moeten improviseren. Onze band met examensecretarissen is in de loop der jaren gegroeid en dat hielp nu. Er was wederzijds vertrouwen. Mijn instelling is: we komen er altijd uit. Ze konden mij bellen, appen of mailen en ik probeerde zo concreet mogelijk suggesties te doen en mee te denken met als doel het opstellen van volwaardige PTA’s met voldoende kwaliteit. Daar hebben we veel tijd en energie in gestopt. Dat is onze rol en daar zijn we voor. Want leerlingen, scholen, eigenlijk iedereen is ermee gediend dat leerlingen verdiend slagen!’