‘We zijn er voor de leerlingen’
Wat maakt een vraag in een centraal examen voortgezet onderwijs tot een goede vraag? Wie bepaalt dat? En hoe gaat dat proces in zijn werk? Dit is aan de vaststellingscommissies van het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Twee van onze commissieleden, Sonja de Lange en Rianne Blokzijl, vertellen over bijdragen aan de centrale examens.
Vaststellingscommissies bestaan uit professionals uit de onderwijspraktijk. Sonja de Lange, docent groen vmbo op de Lingeborgh in Geldermalsen, is sinds vijf jaar lid van de vaststellingscommissie Profielvak Groen vmbo. Ze legt uit: ‘We beoordelen examenopgaven voor het profielvak Groen vmbo en stellen de centrale examens daarvan vast. Deze examens worden door een constructiegroep van Stichting Cito bij ons aangeleverd. Wij bepalen vervolgens met elkaar of een examen haalbaar is, of de vragen kloppen, of ze passen bij de eindtermen uit de syllabus en natuurlijk of we de vragen leuk vinden! We bekijken ze immers ook door de ogen van onze leerlingen.’
Waterdicht
Ook Rianne Blokzijl, voormalig docent Fries op het voortgezet onderwijs, nu docent Fries aan de pabo op NHL Stenden, en sinds 2016 lid van de vaststellingscommissie Fries vmbo/havo/vwo is enthousiast over het werk: ‘Ik vind het prachtig werk, want je kijkt in het geval van Fries heel kritisch naar de teksten én naar de vragen. Is het voor de leerling te beantwoorden? Kan de leerling in de war raken door de vraagstelling? Mijn overtuiging is altijd: ik ben er voor de leerling. Een examen moet waterdicht zijn. Je wilt niet dat een leerling door ons toedoen het examen niet goed kan maken. Ik ben ook een echte foutenzoeker! Dus ik vind het heel mooi aan dit werk dat je zo kritisch mag zijn; ik kan helemaal los.’
Cultuurshock
Rianne werd door de studiecoach van haar lerarenopleiding Fries -tevens voorzitter van de vaststellingscommissie- gepolst om lid te worden van de vaststellingscommissie. ‘In het begin was ik best onzeker of het wel iets voor me was. Ik kom uit een milieu waar studeren niet heel normaal is. Hiervoor werkte ik bij de Wibra, ik was bij wijze van spreken onderbroekenvouwer, dus ik vond het best een cultuurshock om ineens met zoiets inhoudelijks als examens te gaan werken. Maar uiteindelijk ben ik ook iemand die het Fries graag vooruithelpt, dus ik ben het gewoon gaan doen.’
Verrijkende ervaring
Voor Sonja was het vooral een interessante verrijking. ‘De vacature sprak me aan. Weer eens iets anders dan lesgeven.’ In het begin twijfelde Sonja nog over haar geschiktheid, maar tijdens het sollicitatiegesprek werd het haar snel duidelijk. ‘Ben je iemand die ergens iets van vindt en kun je goed je mening geven? Dan moeten we jou hebben, zeiden ze.’ Uiteindelijk werd het eerste examen waaraan Sonja meehielp niet afgenomen door coronamaatregelen. Maar ze zag de toegevoegde waarde van haar werk toen absoluut al in. ‘Als je al jaren examens afneemt, vraag je je soms af waarom er voor een bepaalde opgave gekozen is, of hoe ze zo’n vraag hebben kunnen bedenken! Door dit werk mag ik er nu echt iets van vinden en kan ik er invloed op uitoefenen. Uiteindelijk hopen we natuurlijk een examen vast te stellen waar iedereen blij mee is.’
Door elkaars bril kijken
Na een digitale start in het coronatijdperk, zijn de bijeenkomsten van de vaststellingscommissie van Sonja nu regelmatig fysiek. Een voordeel, vindt ze: ‘Het is fijn om elkaar af en toe in de ogen te kunnen kijken om vervolgens echt een lekkere discussie te hebben. Zo scherpen we elkaar aan, leer je telkens iets nieuws en stellen de discussies ook regelmatig mijn beeld bij. We zitten met vier groendocenten in de vaststellingscommissie, maar hebben allemaal onze eigen specialiteit. Daardoor leer ik soms ook door een andere bril naar een opgave te kijken. Wat voor mij heel logisch en gemakkelijk is, hoeft dat voor een ander niet te zijn. Die inzichten neem ik ook weer mee in mijn lessen.’
Examenvak Fries in stand houden
Rianne haalt vooral veel werkplezier uit bezig zijn met het vak Fries. ‘Het leukste vind ik om echt in zo’n tekst en examen te duiken. Dat ik met een groepje ervoor kan zorgen dat leerlingen elk jaar weer een goed centraal examen Fries kunnen doen. Dat ze de mogelijkheid hebben om in hun eigen moedertaal of als tweede taal het Fries beter te leren beheersen. Het geeft me veel voldoening dat ik door mijn werk voor de vaststellingscommissie bijdraag aan het vooruithelpen en het in stand houden van het examenvak Fries.’
Dunne spoeling
Natuurlijk zijn er ook uitdagingen. Bij de vaststellingscommissie Fries zijn deze vooral praktisch. Rianne: ‘Het vinden van geschikte teksten op C1-niveau is lastig. Op dat niveau wordt in het Fries weinig meer geschreven, of het is heel stoffig. Een tekst moet natuurlijk ook een beetje leuk zijn. Dit zegt overigens gelijk iets over de positie van de taal; het is vooral een gesproken taal. Vaak worden daarom Nederlandse teksten vertaald naar het Fries.’ Een ander aandachtspunt is het vinden van nieuwe leden voor de commissie. ‘Ik denk dat er in Friesland misschien maar vijf of zes mensen rondlopen met een masterdiploma Fries, de spoeling is dun. Voor het Fries is het dus erg belangrijk dat startende docenten, of docenten in het werkveld er serieus over nadenken om bij een vaststellingscommissie te gaan.’
Haviksoog
Daarnaast vraagt een goed examen vaststellen echt om een haviksoog. Sonja: ‘Soms hebben we met elkaar wel twintig keer naar een opgave gekeken en niets raars gezien, maar blijkt hij tijdens de afname toch niet goed te werken. De ervaring leert wel dat opgaves waar we op voorhand al veel discussie over hebben, het vaak minder goed doen in het examen. Maar daar leren we ook weer van. Het motiveert om het de volgende keer beter te doen.’ Ook gevoeligheden en ontwikkelingen in het veld houdt de commissie goed in de gaten. ‘Is er een schoonmaakmiddel negatief in het nieuws geweest, dan wil je niet dat daar ineens een afbeelding van in het examen zit.’ Tot slot wil Sonja graag een compliment geven aan de constructiegroepen van Stichting Cito. ‘De onderwerpen van het centraal examen zijn ieder jaar redelijk hetzelfde, maar je kunt niet iedere keer hetzelfde examen afnemen. Het is dan ook zo knap hoe een constructiegroep steeds creatieve, nieuwe opgaven kan construeren.’