'We zijn al ruim tweeëneenhalf jaar bezig met alle voorbereidingen voor het nieuwe stelsel'

Na een studie in Psychologie en Demografie in Groningen volgde Tobi Hoogenboom het Rijkstraineeship waardoor hij voor korte tijd op drie werkplekken terecht kwam. Zijn tweede werkplek was bij het CvTE, voor het cluster voortgezet onderwijs. Dat beviel wederzijds. Tijdens zijn traineeship solliciteerde Tobi bij het CvTE waar hij begin 2021 werd aangenomen bij het cluster primair onderwijs (po). Inmiddels is hij bijna twee jaar in dienst en hij voelt zich prima op zijn plek. Naast zijn functie als clustermanager po is hij o.a. trekker van het thematisch werkverband diversiteit & inclusie én vertrouwenspersoon voor CvTE-medewerkers.  

Tobi Hoogenboom, clustermanager primair onderwijs

Tobi begon zijn baan op een moment waarop er bij het cluster po veel veranderingen in voorbereiding waren. Met ingang van de wet Doorstroomtoetsen po heeft het CvTE per 1 januari 2023 namelijk een andere rol rond toetsing in het primair onderwijs. Het College is dan zelf geen aanbieder meer van de centrale eindtoets, maar wordt verantwoordelijk voor het waarborgen van de kwaliteit van de doorstroomtoetsen en de leerlingvolgsystemen (lvs). 
 

Aanpassingen voor scholen

De naamswijziging in de wet van eindtoets naar doorstroomtoets maakt direct duidelijk dat basisschoolleerlingen na groep acht geen eindpunt bereiken, maar dat er een nieuwe fase in hun schoolloopbaan start. De wet bepaalt ook dat alle leerlingen zich in één en dezelfde week, eind maart, kunnen aanmelden voor de vo-school van hun voorkeur. Dus ook leerlingen met een bijgesteld advies ofwel leerlingen die de toets verlaat maken door bijvoorbeeld ziekte, kunnen zich in dezelfde week als alle anderen aanmelden. Daarvoor wordt het schooladvies vervroegd en de afname van de doorstroomtoets verschuift van april naar februari. Dit moet eraan bijdragen dat de kansengelijkheid bij de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs verbetert. ‘Voor scholen en leerlingen verandert feitelijk vooral de tijdsplanning, inhoudelijk veranderen de toetsen voor hen niet’, licht Tobi toe.

Complexe wijziging

‘Voor het CvTE betekent de wet wel een aanzienlijke verandering ten opzichte van het huidige stelsel’, vertelt Tobi. ‘Wij bieden als CvTE niet langer de centrale eindtoets aan, maar zijn verantwoordelijk voor het waarborgen van de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de doorstroomtoetsen en de leerlingvolgsystemen van de verschillende marktpartijen. De centrale eindtoets van 2023 is voor het CvTE de laatste afname. Deze wijziging in taken en verantwoordelijkheden is behoorlijk complex, we hebben te maken met uiteenlopende belangen en partijen. Om dit zorgvuldig te doen, zijn we al zo’n tweeënhalf jaar bezig met de voorbereidingen voor deze stelselwijziging.’ 

Opdrachtgeverschap en samenwerking

‘Die voorbereidingen betroffen onder andere het maken van nieuwe beoordelingskaders voor de doorstroomtoetsen en leerlingvolgsystemen. De inhoudelijke input daarvoor leverden we niet zelf, maar kwam vanuit het Research Center voor Examinering en Certificering (RCEC). Een onafhankelijke partij, met veel toetsdeskundigheid. Tevens is veel gebruikgemaakt van feedback van toetsaanbieders. Sinds 1 januari jl. kunnen aanbieders van leerlingvolgsystemen hun systeem bij ons aanleveren ter erkenning. De verschillende aanbieders van doorstroomtoetsen kunnen hun toetsen per 1 juni 2023 laten beoordelen. Tot slot ligt vanaf 2024 ook de verantwoordelijkheid voor de normering bij het CvTE. Hiervoor is de regeling beoordelingsnormen opgesteld.´

Doorstroomtoetsen op Bonaire

‘Een heel andere wijziging van de wet Doorstroomtoetsen po is dat er op Bonaire, onderdeel van Caraïbisch Nederland, voor basisscholen die onder de wet vallen een verplichte doorstroomtoets komt. Die verplichting was er nog niet. Er komt voor Bonaire één speciale doorstroomtoets waarin rekening wordt gehouden met de Bonairiaanse en Caraïbische context. Zo wordt naast rekenen Nederlands niet als moedertaal, maar als vreemde taal getoetst, met daarnaast Papiamentu als extra onderdeel. In 2021 zijn mijn collega en ik voor het eerst naar Bonaire gereisd. Om contacten te leggen, een netwerk op te bouwen én om leden voor drie toetswijzercommissies te werven. Deze drie commissies, waarin o.a. onafhankelijke toetsdeskundigen en leerkrachten uit het veld zitten, hebben inmiddels de toetswijzer inhoudelijk voorbereid. Aan de hand van deze toetswijzer ontwikkelt een toetsaanbieder vervolgens diens toets. Deze moet dan nog wel aanbesteed worden. Afgelopen najaar zijn we opnieuw op Bonaire geweest om over de toetswijzer te praten. Twee dagen met meetings en voordrachten waar in totaal zo’n 80 leerkrachten en andere afgevaardigden van de scholen kwamen. Zij konden met de leden van de commissies in gesprek om te checken of de inhoud aansloot bij de (onderwijs-)context daar. Want om hun leerlingen net zo’n eerlijke kans te geven, wil je straks een toets die zoveel mogelijk op maat is gemaakt en bij hen aansluit. Pas als je daar rondloopt, zie je echt de verschillen tussen Bonaire en Europees Nederland. Nadat de doorstroomtoets is ontwikkeld gaan we kijken naar aanpassingen in de beoordelingskaders, want de kaders voor Europees Nederland zijn wellicht niet één op één bruikbaar voor Bonaire. Tenslotte stellen we ook nog de standaarden vast voor het Papiamentu en voor Nederlands als vreemde taal.’ Concluderend sluit Tobi af: ‘Kortom, een mooi traject dat, verwacht ik, leidt tot een goede, contextbewuste doorstroomtoets die bijdraagt aan het voor de leerling meest passende school- en toetsadvies.’