In gesprek met collegelid Andrea Kaim-Lamers
Blogs
In de serie In gesprek met... praat collegevoorzitter Pieter Hendrikse met een collegelid over het werk voor het CvTE. Dit keer: Andrea Kaim-Lamers, collegelid en lid van de Raad van Bestuur van beroepsopleider Curio, een onderwijsorganisatie voor vmbo en mbo.
Pieter Hendrikse | is voorzitter van het College voor Toetsen en Examens; oud-bestuurder Ons Middelbaar Onderwijs (OMO); houdt van gadgets, fietsen, zwemmen én de zee, de betere film en uitvoeringen in Muziekgebouw Eindhoven. |
Andrea Kaim-Lamers | is lid van het College voor Toetsen en Examens, lid raad van bestuur van Curio, voorzitter Platform Passend Onderwijs MBO van de MBO-Raad; houdt van lezen, sporten, muziek, Netflix en koolhydraatarm koken. |
'Blijdschap met een randje'
Nou, Andrea, het was een hectisch examenjaar. Maar laten we vooral niet somberen. Waar ben jij, terugblikkend op dit afgelopen examenjaar, aangenaam door verrast?
Ik ben aangenaam verrast door wat er toch allemaal is gelukt ondanks corona en de ingewikkeldheid daarvan. We hebben kwalitatief goede examens afgenomen en de betrokkenheid, de bevlogenheid en het samenspel van alle collega’s en spelers hierbij hebben mij blij verrast.
Het was een geluk dat er in aanloop naar en tijdens de examenperiode van 2021 geen restricties waren die de fysieke afname van de examens verhinderden. Dat hielp enorm om juist voor deze leeftijdsgroep het perspectief vast te houden. Want leerlingen uit het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs verdienen het dat ze zich mogen meten met anderen.
Vanuit examineringsperspectief valt ‘de schade’ mee, inderdaad. Vanuit het perspectief van persoonlijke ontwikkeling ligt het ingewikkelder.
Zeker, alle coronabeperkingen raken deze leeftijdscategorie extra. De uitgebreide omgang met leeftijdsgenoten is zo vormend en belangrijk; dat viel grotendeels weg.
Inderdaad, Pieter. Dat beluister ik ook bij docenten: hun zorg betreft niet zozeer de cognitieve achterstanden, maar juist de groepsdynamiek en de sociale veiligheid die verstoord is.
De verwachting is wel dat opgelopen achterstanden met extra middelen rechtgetrokken kunnen worden. Daarnaast heeft corona ook een aantal zaken versneld en nieuwe inzichten opgeleverd. We zullen met elkaar in gesprek moeten gaan hoe we het goede behouden.
Er is dus zeker ook reden tot blijdschap, maar wel met een randje. Want wat je aan ongemak en onrust ziet in steden en wijken, zie je deels ook terug op de scholen.
Terugblik op examinering 2021
Als je terugkijkt op 2021, Andrea, wat zie je dan aan belangrijke ontwikkelingen en resultaten?
Ik werk als bestuurder bij beroepsopleider Curio, een onderwijsorganisatie voor vmbo en mbo. Van mijn collega’s in het mbo hoorde ik positieve geluiden over de centrale examinering. Ook over Facet, het digitale systeem voor het afnemen van toetsen en examens, was men tevreden, er waren amper verstoringen.
Voor heel Curio hebben we al eerder één examenorganisatie ingericht, dus voor vmbo en mbo samen. Dat vind ik een mooie ontwikkeling, je leert van elkaar en je hebt een gemeenschappelijke agenda. Dat helpt bij het professionaliseren van processen en het verder flexibiliseren van het onderwijs. Leerlingen van onze mavo kunnen bijvoorbeeld via het vavo examen Engels doen op havoniveau.
Een heel andere ontwikkeling speelt er rond de examinering in het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Daar doen de meeste leerlingen staatsexamen, omdat vso-scholen vaak niet over een examenlicentie beschikken. In dit coronajaar merkte je dat de ‘vangnetconstructie’ van de staatsexamens, in personeel en logistiek opzicht piepte en kraakte. De staatsexamens kennen een onstuimige groei de laatste decennia. Onder meer door corona werd duidelijk dat de manier waarop de centrale examens in het vso zijn ingebed om herbezinning vraagt.
Mee eens, vso-scholen zijn scholen voor voortgezet onderwijs en leerlingen hebben recht op dezelfde kansen en dezelfde examens. Doordat vso-scholen zich steeds meer zijn gaan emanciperen richten ze zich ook steeds meer op het begeleiden van leerlingen naar een diploma. Een en ander kan haast niet zonder gevolg blijven voor het examensysteem.
Een mooie ontwikkeling was ook hoe het LAKS in dit ingewikkelde jaar zijn rol heeft opgepakt: LAKS is op een verantwoordelijke manier opgekomen voor een goede afronding van de schoolloopbaan van leerlingen. Het heeft zich vastgebeten in het verbeteren van mogelijkheden binnen de examenregeling en daarnaast gepleit voor aandacht voor het welzijn van scholieren.
Klopt, ze hebben zeer volwassen gekeken waar leerlingen wel en niet mee geholpen waren zonder het belang van een goede examinering uit het oog te verliezen.
Reflectie
Ontwikkelingen volgden zich in zo’n snel tempo op; het was de vraag of we als College voldoende support konden geven aan het CvTE-bureau. Daarover hebben we in het College gesproken. Corona heeft eraan bijgedragen dat we onze verantwoordelijkheden en toegevoegde waarde nog scherper in beeld hebben.
Ja, we mogen blij en dankbaar zijn dat het CvTE-bureau de kwaliteit heeft die ook dit jaar weer zichtbaar werd. Het afgelopen jaar bleek hoe professioneel deze werkorganisatie is. Onze zorg was wel: houden de medewerkers het onder die grote druk goed vol? Hoe kunnen wij daarin sturen en ondersteunen? Het werk van het College en het bureau heeft een grote maatschappelijke impact en echt iedereen heeft er, rechtstreeks of zijdelings, een mening over.
Mee eens. Afgelopen jaar zat het CvTE wat de examinering voor vo betreft in het oog van de orkaan. Het bureau is daar zeer adequaat mee omgegaan. Met de technische kant, namelijk hoe organiseren we het goed samen met de ketenpartners. Maar er speelde ook een sterke cultuurcomponent: duidelijk uitleggen van de gemaakte keuzes en je rug rechthouden als er onmogelijkheden worden gevraagd.
Ik ben content met de aanpak van de normering in 2021; dat de minister die heeft goedgekeurd en verdedigd in de Tweede Kamer én dat de aangepaste normeringstechniek waarin het docentenoordeel werd meegenomen goed heeft uitgepakt. Dat geeft het CvTE kracht voor volgende stappen en een goede positie in de samenwerking met DUO en Cito.
Ik denk dat het ook in de scholen goed ging dankzij het goede netwerk dat het CvTE-bureau daar heeft. Die verbinding met het veld voedt de uitvoering en maakt haar sterker. Je kunt ook niet zonder. Examinering is een soms lastig, technisch onderwerp, maar uiteindelijk gaat het toch allemaal om mensen. Je kunt het belang van die verbinding daarom moeilijk overschatten.
Wisselwerking
Andrea, hoe ervaar jij de wisselwerking tussen je dagelijks werk en het werk voor het College?
Door mijn dagelijks werk ken ik het vmbo en het mbo goed, maar in het College komen alle onderwijswerelden bij elkaar. Dat alle onderwijssectoren bij elkaar aan één tafel zitten is zeldzaam in het onderwijs. Dat vind ik een verrijking voor mezelf en ik neem de kennis uit die werelden ook weer mee naar mijn eigen werk.
Het merendeel van mijn collega’s weet niet dat ik collegelid ben; dat hoeft ook niet. Ik vraag andersom wel aandacht voor het CvTE, maar dan vooral vanuit mijn ambassadeursrol.
Ja, die rol van ‘verbindingsofficier’ zou het College de komende jaren verder kunnen oppakken. Ik ken vanuit mijn beroepservaring vooral het voortgezet onderwijs, daar is de traditionele manier van examineren – op papier en op een vast moment – nog dominant. Het is interessant meer te horen over de rijke ervaring van het mbo met flexibilisering. Ik ben ervan overtuigd dat de sectoren dichter bij elkaar zullen komen, door de mogelijkheden van ICT kan dat niet anders. Corona heeft ons daarbij ook geholpen. Wat altijd voor onmogelijk werd gehouden, blijkt nu toch te kunnen. Denk aan het gebruik van digitale leermiddelen: daar was bij docenten soms nog wel weerstand tegen, maar dat is echt wel gekanteld.
Vooruitblik
Laten we ook nog even vooruitkijken, Pieter, want alles ontwikkelt zich tenslotte door. Met interesse volg ik – zij het op enige afstand – de ontwikkelingen rond de Centrale Eindtoets in het primair onderwijs.
Ja, dat was een interessant debat om te volgen, met een gelukkige uitkomst. Het College kan zich goed vinden in de rol van kwaliteitsbewaker van doorstroom- en leerlingvolgsysteemtoetsen in het beoogde nieuwe stelsel. Extra stimulerend voor dat nieuwe stelsel is de bijdrage die geleverd kan worden aan meer kansengelijkheid door bij de overgang van primair naar voortgezet onderwijs geen eindtoets aan te bieden, maar een doorstroomtoets.
Het wetsvoorstel Doorstroomtoets is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer en in januari 2022 volgt behandeling in de Eerste Kamer. De verandering van eindtoets naar doorstroomtoets wordt een actuele uitdaging voor het College en het bureau, omdat de taak voor het bewaken van de kwaliteit van alle doorstroomtoetsen (overheid en marktpartijen) volgens het wetsvoorstel belegd gaat worden bij het CvTE; wij zullen dan geen aanbieder meer zijn van een toets in het basisonderwijs.
En om af te sluiten: ik verwacht dat corona de discussie over verdere flexibilisering en maatwerk bij de centrale examens in alle sectoren zal aanwakkeren, en daaraan zal het College graag deelnemen.
Meer blogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.