Is digitalisering voorwaarde voor het flexibiliseren van examens?
Blogs
Digitalisering is een voorwaarde voor het flexibiliseren van examens. Waar of niet?
De stelling lijkt waar te zijn als je het verslag centrale examens vo 2024 openslaat. Sowieso nuttig en informatief om eens open te slaan.
Kijk maar eens naar de tijdvakken van afname:
- flexibele en digitale examens vmbo bb en kb: 1 april-19 juli;
- schriftelijke examens vmbo gl/tl, havo-vwo: eerste tijdvak 14-29 mei (11 dagen), 18-25 juni (6 dagen).
Flexibiliteit in leerpaden en afsluitingen lijkt dus om digitalisering te vragen. Dat klinkt ook aannemelijk als je kijkt naar wat papier qua logistiek en geheimhouding allemaal met zich meebrengt. De examens voor het mbo zijn ook digitaal en kennen grote tijdvakken met als gevolg: flexibele afsluiting. Kortom, op het pad van de digitalisering hebben het vmbo en mbo dus al grote en aansprekende stappen gezet. Mag ook weleens gezegd worden. Complimenten! Betekent het dat flexibilisering van examens in vmbo gl/tl, havo en vwo dichtbij is? Nee, zeker niet. Wel is het tijd om ook daar stappen in digitalisering te zetten, maar dan om andere redenen. Daarover zo meer.
In 2024 was 35% van de centrale examens digitaal. En dat zat dus niet bij vmbo gl/tl, havo en vwo. Maar blijft dat zo? Vragen de nieuwe examenprogramma’s ons bijvoorbeeld misschien om anders te kijken naar sommige examens? Ze bijvoorbeeld eigentijdser, authentieker te maken. In die zin komt het woord digitaal niet voor. Digitalisering past in die zin als middel en niet als doel op zich. Maar hoe zetten we dat middel in?
Als College voor Toetsen en Examens hadden we een poosje terug daarover twee boeiende presentaties. De eerste van Saskia Wools van Cito. Zij schetste op aansprekende wijze met voorbeelden de evolutie van digitaal toetsen. Van papier naar ‘het rechtop zetten van papier op een scherm’, via de inzet van digitale mogelijkheden door toetsen adaptief en multimediaal te maken naar simulaties en games en de inzet van AI. Te veel om in dit blog uit te werken maar vast herkenbaar.
Zeker als je de dimensie meeneemt van de weg van de constructie tot het nakijken van een examen. Je zou digitalisering kunnen inzetten bij de constructie en het samenstellen van nieuwe examens (itembanken met selectie) of, bijvoorbeeld, bij het nakijken van een rapportage. Waarbij de docent de eerste snelle scan door AI laat doen. Wederom bestaan daar al allerlei (vaak experimentele) voorbeelden van.
De tweede presentatie was van Kim Brandes en Wouter Jansen van het Nederlands Onderwijslab Artificial Intelligence (NOLAI). Met 9 partners uit onderwijs, bedrijfsleven en wetenschap en geld van het Nationaal Groeifonds starten ze ieder schooljaar 10 nieuwe projecten in speciaal-, primair- en voortgezet onderwijs (zie ook www.nolai.nl). Met inmiddels 60 medewerkers waaronder ‘teachers in residence’ (docenten die 1 dag per week bij het NOLAI werken). De dimensie waarlangs zij projecten typeerden was de controle/invloed van de leraar. Van volledige controle via monitoring tot aan het einde van bepaalde taken die niet meer door de leraar maar door AI worden gedaan. Omgeven met spannende en terechte ethische vragen.
Dat sterkte ons om verder te verkennen hoe we digitalisering kunnen gebruiken om de volgende generaties van examens zo goed mogelijk te laten aansluiten op de behoeften van de nieuwe examenprogramma’s en het onderwijsveld. En dan met name op het terrein van vmbo gl/tl, havo en vwo. We gaan daar in de loop van 2025 eerste verkennende stappen zetten. Via een aantal experimenten op bijvoorbeeld de dimensies zoals hiervoor genoemd en voor een beperkt aantal vakken (ook dat is een dimensie: ieder vak heeft eigen eisen en wensen) zullen we, zoals dat het CvTE betaamt, met volledige betrokkenheid van docenten, ervaringen gaan opdoen.
Wordt vervolgd dus.
Meer blogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.