Bij een voorlopig beeld (een langspeelblog)

Blogs

Vandaag, dinsdag 15 april, zond staatssecretaris Paul een brief aan de Tweede Kamer over onder meer de doorstroomtoets. Bijlage bij de brief was het voorlopig beeld van de doorstroomtoets 2025, waarin het College voor Toetsen en Examens (CvTE) een eerste indruk geeft van de toetsresultaten. Een definitief beeld op basis van de volledige gegevens volgt in juni in onze terugblik. Reden om een voorlopig beeld uit te brengen was dat we na de eerste afname van de doorstroomtoets vorig jaar veel vragen kregen die op een antwoord moesten wachten tot juli, toen we onze eerste terugblik uitbrachten. Een ongemakkelijk lange tijd, dat vonden wij ook, maar zorgvuldigheid gaat voor en vraagt tijd. Vandaar nu dus een voorlopig beeld op basis van de beschikbare gegevens en zonder tijdrovende analyses.

Wat zien we in dat voorlopig beeld? Allereerst dat het vergelijkbaar is met 2024. En daarnaast dat er verschillen zijn tussen toetsen onderling en nu, na twee afnames, ook binnen toetsen. De tabellen spreken voor zich. Diepere analyses volgen zoals gezegd in de terugblik. Daar leent een blog zich niet voor. Wel voor een wat beschouwelijk moment, terwijl om ons heen diverse discussies woeden over het stelsel van doorstroomtoetsen en ons kritische vragen bereiken over ons werk. Die zijn allemaal van harte welkom. En voeden ook de behoefte om nog eens te bezien waar we het precies over hebben en waar we nu staan. Het grotere plaatje, zogezegd. Of de wat langere film.

Die film begint op 2 april 2013, als de Kamer tijdens de stemming over het wetsvoorstel centrale eindtoets amendeert dat er niet één, maar méér eindtoetsen moeten komen. Het inhoudelijk argument is: ‘Hiermee wordt de keuzevrijheid van scholen niet onnodig aangetast en blijft het mogelijk voor scholen om een alternatieve toets te kiezen’. Het amendement wordt aangenomen en leidt tot een stelsel met meer toetsen van verschillende toetsaanbieders. Het CvTE is namens de overheid aanbieder van de Centrale Eindtoets en doet zijn normering samen met Stichting Cito. De andere toetsaanbieders werken voor hun normering samen met de Expertgroep Primair Onderwijs.

Volgend shot in de film is de brief die minister Slob als onderdeel van de behandeling van het wetsvoorstel doorstroomtoetsen op 5 juli 2021 aan de Kamer stuurde, waarin hij schrijft: ‘Ik heb dit wetsvoorstel ingediend om een einde te maken aan een kwetsbaar hybride toetsstelsel, dat leidt tot incidenten in de normering van toetsadviezen en referentieniveaus.’ Het stelsel heeft behoefte aan eenduidigheid: één helder kwaliteitskader, één normering. Het CvTE krijgt de opdracht dat kader en die normering te verzorgen en is zelf niet langer toetsaanbieder in het basisonderwijs. De lakmoesproef van onze beoordeling en normering was de eerste afname van doorstroomtoetsen in 2024. Daarover rapporteerden we in de eerder genoemde terugblik. Ook keken we erop terug in ons jaarverslag. Inmiddels zijn onderzoeksrapporten beschikbaar van externe bureaus, die beoordeling en normering onder de loep namen. Met positief resultaat en een aantal aanbevelingen.

Waar staan we nu? vroeg ik mij af toen ik het voorlopig beeld over de afname van 2025 voor het eerst onder ogen kreeg. De film afspelend: in een stelsel met verschillende toetsen, die sinds 2024 voldoen aan uniforme kwaliteitseisen en dezelfde normering hebben. Een stelsel waarin een eenduidige normering verschillen tussen verschillende toetsen helder maakt en houdt, zodat je er misschien iets aan kunt doen. Oplossen of voorkomen kun je ze niet. Ze horen bij een stelsel dat bestaat uit verschillende toetsen met uiteenlopende opzet, vormgeving, lengte et cetera, die jaar na jaar niet hetzelfde zijn. Die bovendien worden gemaakt door verschillende leerlingen in verschillende soorten onderwijs onder verschillende omstandigheden. Een stelsel, kortom, waarin je omgaat met verschillen en probeert ze binnen een zekere bandbreedte te houden. Die je pas echt in beeld krijgt aan de hand van afnames, waardoor elk onderzoek dat je ernaar instelt niet anders dan meerjarig kan zijn. En waarbij je gaandeweg waarschijnlijk moet onderkennen dat je niet alles in de hand hebt. Misschien voor een deel wel, zoals het verschil tussen papieren en digitale toetsen, dat we al jarenlang kenden en nu iets beter lijken te begrijpen. Maar andere dingen misschien minder of niet.

Actuele vraag: kun je dan niet beter naar één toets overgaan? Geen keuzevrijheid meer, alle leerlingen maken gewoon dezelfde toets. Klinkt goed. Je doet dan alleen geen recht meer aan de verschillen die er zijn tussen leerlingen, scholen en soorten onderwijs. Je maakt ze onzichtbaar en zou zomaar kunnen denken dat ze er niet meer zijn. Je houdt jezelf voor de gek. Kies maar: zichtbare of onzichtbare verschillen? Je zou er zomaar leerlingen tekort mee kunnen doen. Niet iedereen is gebaat bij dezelfde toets.

Terechte wedervraag is natuurlijk: hoe zorg je dat je leerlingen in dit stelsel niet tekort doet? Allereerst doen we ons werk: we waarborgen kwaliteit en normering naar ons beste inzicht en kunnen en passen de eisen en onze methode aan als we denken dat het beter kan. Daarnaast, al gaan we daar niet over, is een toetsresultaat nooit een absolute waarheid. Een doorstroomtoets moet echt een objectief tweede gegeven zijn, waaraan de school zijn eigen advies kan toetsen. Ook moet een toetsresultaat alleen iets zeggen over de prestatie van die ene leerling en niet over iets anders. Daar is hij voor bedoeld. Het CvTE maakt toetsen, geen toezichtsinstrumenten. Als een toets gewoon een toets is, valt er een heleboel druk weg. En zijn verschillen die er nu eenmaal zijn ook minder belangrijk, doordat ze minder impact kunnen hebben. Dat waarborgen is vooral van belang door de unieke opzet van de doorstroomtoets. Je krijgt als achtstegroeper maar één kans. Wil je dáár een volledig advies op baseren? Op je vo-diploma bepalen toch ook niet alleen de centrale examens je eindcijfer? Daar heb je voor alle vakken ook de schoolexamens, n-termen die per vak zo nodig de moeilijkheid van het examen compenseren én herkansingen. Wat je noemt een stelsel met veiligheidskleppen.

Waarmee ik aan het einde van mijn film en dit keer iets langere blog, vandaar de titel ‘langspeelblog’, kom. Het lijkt me vrij duidelijk waar we staan: voor een keuze. Keuzevrijheid, de transparantie van zichtbare verschillen en een toetsresultaat als objectief tweede gegeven in het belang van de leerling of (alweer) iets anders? Voor wie hierover wil doorpraten: graag. Je bent zoals gezegd van harte welkom.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.